Objectgegevens beheren
Deze pagina legt uit hoe u de velden voor objectgegevens kunt beheren per objecttype.
Ga naar de pagina "Objecttypen" via het menu aan de linkerzijde. U krijgt een overzicht van alle objecttypen die in het systeem aanwezig zijn. Dit kunnen bijvoorbeeld schilderij, prent, boek, akte of sculptuur zijn. Voor elk soort objecttype kunt u andere onderwerpen met bijbehorende velden instellen.
Door op de + button te klikken kunt u een nieuw objecttype toevoegen.
Achter elk objecttype treft u buttons aan waarmee u het objecttype kunt bewerken, de achterliggende structuur kunt bewerken en het objecttype kunt verwijderen. Klik op 'Structuur bewerken' indien u de objectgegevens wilt aanpassen. Aan de ljnkerzijde ziet u de huidige structuur van het objecttype en aan de rechterzijde ziet u (indien van toepassing) onderwerpen staan die (nog) niet gekoppeld zijn aan het betreffende objecttype (hoe u deze aan het objecttype kunt koppelen kunt u lezen op de pagina 'Objecttypen beheren'). Klik aan de linkerzijde op de naam van een onderwerp. Deze klapt uit en laat de invulvelden zien die bij het onderwerp horen. Door op de naam van een onderwerp te klikken kunt u een term koppelen aan het betreffende 'predikaat'. Ook kunt u het veld bewerken of verwijderen. Klik op 'veld bewerken'. U wordt vanzelf naar de pagina gebracht waar u de naam van het veld kunt wijzigen, het type van het veld kunt wijzigen en bepaalde instellingen kunt wijzigen.
Type invulvelden / objectgegevens wijzigen
Wanneer u het type van een veld wilt wijzigen dan heeft u de keuze uit de volgende mogelijkheden:
- Tekstveld
- Tekstvlak
- Url / link
- Bestand
- GEO-coördinaten
- Datum en tijd
- Datum
- Keuzelijst
- Autonummering
- Reminder
- Dimensies
- Nummer
Instellingen invulvelden
Afhankelijk van het type invulveld dat u heeft gekozen kunt u diverse instellingen selecteren. U heeft bijvoorbeeld de keuze uit de volgende opties:
- Als filter instellen (hiermee bepaalt u of de bezoekers van uw website dit veld mogen gebruiken om te filteren)
- Alleen unieke waarde (hiermee kan de gebruiker alleen een unieke waarde invullen)
- Type niet veranderen (hiermee kan de gebruiker het type niet veranderen van het betreffende veld)
- Niet dupliceren (hiermee kan de gebruiker het veld niet dupliceren)
Onderwerpen/categorieën toevoegen/beheren
Klik achter de naam van het objecttype op 'structuur bewerken'. Hier stelt u onderwerpen/categorieën (met bijbehorende velden) in. Aan de rechterzijde staan alle beschikbare onderwerpen, aan de linkerzijde staan de onderwerpen die tot de 'huidige structuur' behoren. Om een onderwerp toe te voegen aan de huidige structuur aan de linkerzijde dient u eerst op de toggle button 'Bewerken' rechtsboven te klikken. Hierna kunt u via de pijltjes een onderwerp van rechts naar links verplaatsen. U kunt deze ook van rechts naar links verslepen en loslaten op de plek waar u deze wilt hebben. Met slepen en loslaten (drag and drop) kunt u tevens de volgorde bepalen van de onderwerpen/categorieën.
Wilt u een nieuw onderwerp aanmaken, klik dan op het tandwieltje naast de titel 'Objecttypen'. U krijgt een overzicht van de reeds bestaande onderwerpen. Klik op de + button om een nieuw onderwerp aan te maken. U kunt eventueel de lees- en schrijfrechten instellen van een onderwerp.
Onderwerpen/categoriën verwijderen
Als u een onderwerp wilt verwijderen dan dient u vooraf eerst de toggle button 'Bewerken' rechtsboven in te schakelen om het onderwerp van links naar rechts te kunnen verplaatsen. Gebruik de pijltjes naast de naam van het onderwerp of sleep het onderwerp van links (huidige structuur) naar rechts (beschikbare onderwerpen). U krijgt een scherm te zien met (bijvoorbeeld) de volgende melding:
Weet je zeker dat je 'Documenten' uit je huidige structuur wilt verwijderen? Alle gegevens die reeds zijn ingevoerd bij objecten die gebruik maken van deze onderwerpen worden met deze actie verwijderd. Herhaal het volgende woord voordat dit definitief verwijderd wordt: "Documenten".
Hiermee wordt voorkomen dat, wanneer u het onderwerp per ongeluk verwijdert, daarna alle gegevens van beschrijvingen/objecten die dit onderwerp gebruiken verloren gaan. Vult u het gevraagde woord in (in dit geval het woord 'Documenten') dan komt de button pas in beeld waarmee u de actie kunt voltooien.
Permissies instellen
Permissies kunt u op verschillende plekken instellen. Dit kan bij de objecttypen, de onderwerpen, de keuzelijsten en de procedures. De permissies stelt u in door lees- en schrijfrechten in te stellen voor de verschillende gebruikersrollen. Indien iemand de gegevens alleen mag lezen maar niet bewerken dan stelt u voor deze gebruiker alleen leesrechten in. Als een gebruiker gegevens mag bewerken dan stelt u voor deze gebruiker lees- en schrijfrechten in. Gebruikersrollen waar u geen lees- en/of schrijfrechten instelt hebben geen kennis van het bestaan van het betreffende objecttype, onderwerp, keuzelijst of procedure.
Gebruikersrollen
In KLEKSI heeft u standaard 4 gebruikersrollen ter beschikking. U heeft de keuze uit beheerder, bewerker, medewerker en analist. Wanneer u permissies gaat instellen kunt u lees- en schrijfrechten instellen per gebruikersrol. Eventueel is het mogelijk om nog extra gebruikersrollen aan te maken die u vervolgens permissies geeft voor het beheren vanobjecttypen, onderwerpen, keuzelijsten of procedures.